Spelregels

SPELREGLEMENT RESISTANCIA versie 16 - 2011

Maart 2011

Copyright: 44ste Sint - Maarten Heide

                                                              

I. STRUCTUREN.. 3

I. STRUCTUREN 1. Ploegen: Twee ploegen van (ongeveer) gelijke getalsterkte (givers zijn met ca. 40 % meer dan de leidingsploeg)  nemen het tegen elkaar op:

A. De Givers, Jins en hun leiding van de 44ste St.-Maarten - Heide-Kalmthout.

B. De leiding, en veteranen van de 44ste St.-Maarten - Heide-Kalmthout

Naast deze twee ploegen is er nog de UNO-macht die als scheidsrechter en bemiddelaar optreedt tijdens het spel. De UNO beschikt over een voertuig. Zij voert controles uit.

In elke ploeg wordt een vierledige hiërarchie afgesproken: Soldaat – Special Force Soldaat– Officier – Generaal. Meer uitleg verder in het reglement. Elke ploeg staat onder het bevel van een ploegleider (generaal). Deze wordt gekozen door de ploeg. Het ploegleiderschap kan verdeeld worden onder twee personen, die dan elk de rang generaal krijgen. Per ploeg worden verder 5 officieren aangesteld die de leiding over het kamp kunnen overnemen in afwezigheid van de generaal(s). De rest van de ploegleden zijn soldaten. Hoewel er toch veel spelregels zijn, primeert het spel nog steeds sommige regels.



SOLDAAT

·         Elke deelnemer is 'soldaat'.

·         Elke soldaat moet gedurende het hele spel in het bezit zijn van een scoutsdas, een balpen/potlood, een horloge, een wimpel, fluovestje en zijn LA4-R kaartje (= levenskaartje). De scoutsdas moet gedurende het gehele spel zichtbaar gedragen worden door alle deelnemers.



SPECIAL FORCE

·         Iedereen kan ‘special force’ zijn, maar er is een beperking van één special force per vijf deelnemers van de andere ploeg. (bvb.: andere ploeg 30 deelnemers = 6 special forces in uw eigen ploeg, 29 deelnemers = 5 special forces.)

·         De special force speelt een rol bij de puntentelling. Vanaf dat hij / zij voor de 4de en 5de keer binnenvalt in het vijandelijke kamp, tellen zijn / haar punten dubbel (bvb.: 3de aanval = 60 punten, 4de aanval = 80 punten x 2 = 160 punten, 5de aanval = 100 punten x 2 = 200 punten).

·         De special force identificeert zich in het vijandelijke kamp m.b.v. een extra document (geplastificiëerd), waarop de stempel van zijn / haar kamp, het uur waarop hij / zij special force is geworden en zijn / haar naam staat. Geen document is geen extra punten! Op dit document staat de nummer van het ID-kaartje van de aanvaller vermeld.

·         Men mag wisselen van special force tijdens het spel, maar enkel in het eigen kamp en d.m.v. het doorgeven van het special force-document en vermelding van uur, naam en stempel van het kamp.

OFFICIER

·         Elke officier heeft dezelfde rechten en plichten als een soldaat.

·         De officier is verantwoordelijk voor de staat waarin het kamp zich bevindt.

·         De officier is bemiddelaar in geval van conflicten rondom zijn/haar kamp. Hij/zij doet dit volgens de regels van de fair-play.

·         De officier is bevoegd om speldocumenten in te vullen.

 

GENERAAL

·         De generaal heeft dezelfde rechten en plichten als een officier

·         Hij/zij is hoofdverantwoordelijke van zijn/haar ploeg.

·         Hij/zij neemt deel aan de krijgsraad en ondertekent bij het einde van het spel de finale puntentelling, samen met de UNO.

VERKLIKKER

·         Personen die geheime informatie doorgeven aan tegenstanders zijn verklikkers.

·         Verklikkers hebben geen rechten. Hun enige plicht is zich over te leveren aan de furie van zijn/haar ploeg.



2. Territoria: Een deel van de stafkaart 68-69/(3-4) dient als speldomein (totale oppervlakte: 48 km2).

Doorheen het midden van het speldomein loopt een rechte strook van 2 km breed, de DMZ genaamd (DeMilitarized Zone). In deze zone is een volledige wapenstilstand van kracht, d.w.z. dat er geen kamp gebouwd mag worden en geen schermutselingen mogen plaatsvinden.

Op elke speelhelft zijn er nog verboden zones opgegeven zijn (d.m.v. middelpunt en straal). In deze zones mag geen kamp gebouwd worden en is eveneens een wapenstilstand van kracht. Deze zones omvatten dorpskernen, gevaarlijke rotspartijen, (echte) militaire installaties of domeinen,... De totale oppervlakte per speelhelft van alle verboden zones is voor beide partijen ongeveer gelijk. Er zijn dit jaar geen verboden zones (zie kaart).

Het speldomein mag gedurende het hele spel niet verlaten worden door de deelnemers!

3. Het Kamp: 3.1 Algemeen: Het kamp (maximum één per ploeg) is de locatie waar de commandopost is opgesteld. Het bevindt zich op de eigen speelhelft van de ploeg (niet in de DMZ of verboden zones). Hier worden de levens en de speldocumenten bijgehouden. Een kamp mag niet in de buurt van huizen liggen of op een gevaarlijke plaats (bv. onder een brug, op een steilte naast een spoorweg of in een steengroeve). Het ligt volledig op land, niet tegen een bestaande afrastering (bv. die van een fabrieksterrein) en niet vlak aan de oever van een rivier die breder is dan 1.5 à 2m. In het geval dat de rivier breder is dan 1,5 à 2m of er een afrastering in de buurt is, moet de afstand tussen de hindernis en de rand van het kamp minstens 100m bedragen. Een kamp ligt best diep in het bos verscholen, dit vooral voor boswachters.

Rondom een kamp bevindt zich een cirkelvormige (fictieve) zone (straal 35 m), het ‘mijnenveld’ genaamd, waarbuiten uitgeschakelde aanvallers zich moeten begeven (cfr. infra).

3.2 Specificaties: Een kamp moet aan volgende specificaties voldoen bij een UNO-schouwing:

1.      Oppervlakte : Minimaal 78,54 m2 (= cirkel met straal 5 meter)

2.      Omheining: Moet zodanig opgebouwd zijn dat er geen discussie kan zijn tussen binnen of buiten. Een oranje polyproptouw rond het kamp is het minimum. Dit touw vormt de binnenkant van uw verdedigingsmuur. Prikkeldraad, scheermesjes, wolfsklemmen, hoogspanningsleidingen, booby traps en naar de aanvallers gekeerde spiesen zijn om veiligheidsredenen verboden. De omheining mag enkel opgebouwd zijn uit natuurlijke materialen, dit om te voorkomen dat prefabkampen vanuit Heide worden overgevlogen. Netten, sjorhout, betonijzers en stalen petrels zijn dus uit den boze. Sisaltouw vormt de enige uitzondering die deze regel bevestigt. Op sisaltouw staat een beperking. Er mag dus geen ander touw gebruikt dan de bollen die elke ploeg meekrijgt.

In de omheining is een opening voorzien met minimum afmetingen (1m breed, 2m hoog) die dienst doet als poort bij verlaten van het kamp.

3.      Vuur: Dit is verboden wegens hoger risico op boswachtersbezoek. Uitzondering zijn gasvuurtjes.

4.      Overdekte ruimte: In het kamp is er een minimumruimte van 25 m2 die overdekt moet zijn. Deze minimumoppervlakte = opp. slaapplaats + opp. commandopost. Zij moet zich op minimum één meter van de omheining bevinden. Dit om veiligheidsredenen. In de commandopost moet een tafel worden voorzien, voldoende groot,  zodat aanvallers die binnengevallen zijn vlot van links naar rechts of andersom kunnen doorschuiven. Zo wordt er zo weinig mogelijk tijd verloren met het invullen van documenten. Dit wordt door de UNO gecontroleerd.

5.      Let op de veiligheid !!!: Laat geen zagen of bijlen rondslingeren in of vlak achter de omheining. Zagen, bijlen, piketten e.d. moeten op één centrale plaats in de commandopost liggen indien ze niet gebruikt worden.  Zorg er ook voor dat aanvallers die over/door de omheining springen niet in het vuur of op een tent belanden! De UNO controleert dit streng.

6.      Houd het bos in ere !!!: Het is ten strengste verboden om de natuur onomkeerbare schade toe te brengen. Kap of zaag geen bomen om, gebruik enkel hout dat op de grond ligt of dood is,... Deze regel geldt niet enkel uit respect voor de natuur, maar ook omwille van de torenhoge boetes die ons boven het hoofd hangen als een boswachter dit ontdekt (één omgekapte boom = € 250,00 boete)!!!

 

II. SPELVERLOOP 1. Voorbereiding: De deelnemerslijsten worden zo snel mogelijk doorgegeven aan het organiserend comité, dit om problemen i.v.m. deelnemersaantallen, vlot vervoer, verzekering en financiën op tijd te kunnen regelen.

Elke ploegleider krijgt van de generaals ruim op voorhand spelreglementen, een set speldocumenten en 1 stafkaartkopie met de nodige aangeduide zones. Hij / zij  belegt op eigen initiatief een vergadering met heel de ploeg om het spelreglement door te nemen, concrete afspraken te maken, tactiek te bespreken, positie van een kamp te bepalen, ...

Op vrijdag 25 februari 2011 (één week voor de aanvang van het spel) geven de ploegleiders de positie van hun kamp en een lijst met de namen, rang en volgnummers van de ploegleden onder gesloten envelop / telefonisch / per fax / per e-mail aan de UNO. De positie van het kamp wordt op de geëigende manier via UTM-ruitennet en roemer bepaald. Elke ploegleider geeft ook aan de tegenpartij een lijst met de namen, rang en volgnummers van al zijn/haar ploegleden.  De UNO zal ingrijpen wanneer blijkt dat de kortste afstand tussen de twee kampen minder dan 3 km bedraagt. In dat geval moeten beide kampen verlegd worden.

De ploegleider(s) van elke ploeg zorgen ervoor dat hun ploegmateriaal (binnen de opgelegde beperkingen, cfr. infra) besteld, aangekocht, verdeeld wordt en ter plekke geraakt. . Bestellingen voor materiaal moeten ten laatste op vrijdag 25 februari 2011 vóór 18h afgegeven worden aan het organisatorisch comité. Deze gaan dan samen om 18h overleggen wie welk materiaal zal krijgen. Indien er zich nog problemen stellen, kunnen deze dan ook bijgestuurd worden.

Ten laatste vrijdag 25 februari 2011 is iedereen ingeschreven. De organisatie zal iedere deelnemer een kopie van de spelregels bezorgen, een heen en terugreis naar de Ardennen en een warme maaltijd zondagavond.

Het is toegestaan om op voorhand een kamp te gaan zoeken gedurende 1 dag. (Enkel zoeken, niets voorbereiden of bouwen!) Er wordt uit het vijandelijke gebied gebleven. De datum wordt op voorhand meegedeeld aan het organiserend comité.

2. Aanvang van het spel: Vrijdag 4 maart 2011 vanaf 1700u begint het spel. Vanaf dan mag er vanuit Heide per ploeg één gemotoriseerd voertuig vertrekken als voorhoede, met de nodige manschappen. De bedoeling is dat deze al het materiaal voor hun ploeg meenemen naar het speldomein.

 Eenmaal binnen het speldomein, gaat elke ploeg zo snel mogelijk naar zijn speelhelft om er zijn kamp te bouwen op de positie die ook aan de UNO doorgegeven is. Indien blijkt dat op een positie geen kamp kan gebouwd worden (privé-terrein, nieuwe autostrade, bos weggekapt, huis in aanbouw, vulkaanuitbarsting, ingeslagen meteoor, …), zoekt u een andere geschikte positie in de buurt. Vergeet echter niet de nieuwe positie zo snel mogelijk door te geven/bellen naar de UNO (vóór zaterdag 1200u). De nieuwe positie geef je weer conform de afspraak van hierboven. Indien de twee kampen nu op minder dan 3 km afstand liggen reageert de UNO niet! Vanaf zaterdag 0100u mogen geen gemotoriseerde voertuigen meer gebruikt worden tot het einde van het spel (UNO uitgezonderd).

ALLE gemotoriseerde voertuigen (zowel die van de leiding als van de givers) moeten zaterdag om 0100u aan de kerk van Vlessart staan. Dit wordt gecontroleerd door de UNO.

Vanaf 0700u zaterdagochtend mag de DMZ overschreden worden. Elke ploeg moet op zijn eigen speelhelft (dus ook niet in de DMZ) blijven tot zaterdag 0700u. Hier is geen controle op mogelijk. Het spel kan grondig verknald worden door toch spionageacties te ondernemen op andermans speelhelft.

Vanaf zaterdag ochtend 0700u mag de DMZ overschreden worden.

Een kamp mag pas aangevallen worden vanaf 0800u. (cfr. III.3: Het vinden van het vijandelijk kamp)

3. Tijdens het spel: Houdt u te allen tijde stil en gedeisd in uw kamp, om ontdekking door boswachter te voorkomen. Indien u tijdens het spel toch door overmacht (politie, boswachter, leger,…) uw kamp vervroegd moet opbreken, doet u dit, damt u de op til zijnde boete zoveel mogelijk in (zwijg over het andere kamp!), brengt u de UNO en de tegenpartij zo snel mogelijk op de hoogte en bouwt u op een andere op te geven locatie een noodbivak. In samenspraak met de UNO en de tegenpartij worden dan nieuwe afspraken gemaakt om het spel opnieuw leven in te blazen. Een wapenstilstand kan in extreme gevallen afgesproken worden.

Houdt een boswachter of andere je tegen zeg dan dat je op tocht bent van Bastogne naar Habay!

Tijdens het spel is het verboden om materiaal van de tegenpartij te stelen en/of te saboteren, bijvoorbeeld patrouilletenten of omheiningen platleggen. Het bezitten van meer dan één LA4-R kaartje is eveneens strikt verboden.

4. Einde van het spel: Vanaf zondagvoormiddag 1000u gaat er een wapenstilstand van kracht. Dit betekent het einde van het spel. U ruimt uw kamp zodanig op dat er quasi geen sporen van menselijke aanwezigheid meer te vinden zijn. Bij ‘verplicht materiaal’ (zie materiaallijst) staat vuilniszak: gebruik hem! De ploegleiders verzamelen alle speldocumenten die van enige waarde zijn om de score te berekenen, en dat alles en iedereen om 13u30 aan het station van Virton staat. De trein naar huis vertrekt er om 14u23. ’s Avonds wordt er aan het lokaal een warme maaltijd geserveerd.

Chauffeurs worden geacht hun verantwoordelijkheid te nemen om tijdig te gaan slapen de tweede nacht. Dit om eventuele gevaarlijke situaties te voorkomen op de weg terug.

III. SPELREGELS 1. Puntentelling: Voor de verandering is de winnaar van het spel de ploeg die de meeste punten scoorde. Er zijn verschillende manieren om punten te verdienen of te verliezen:

1.1  Punten verdienen:
  • Telkens u het vijandige kamp binnendringt, krijgt u een aantal punten, omgekeerd evenredig met het aantal levens dat u nog over hebt: hebt u nog alle 5 levens krijgt u slechts 20 ptn, voor 4 levens 40, en zo lineair tot 1 leven over = 100ptn.
OPGELET: Indien men geen levens meer heeft, is het -eender waar op het spelterrein- ten strengste verboden de positie van de tegenstander te verraden, bij de tegenstander rond te hangen,…  U keert in stilte en geforceerde mars terug naar uw kamp!

  • Krijgsgevangenen nemen (punten per krijgsgevangene):
§  Special Force: +500 ptn

§  Soldaat: +200ptn

  • Het UNO voertuig opblazen: +200 ptn per geplaatste kleefmijn (cfr. infra)
  • Extra punten special force-soldaat: 4de aanval = + 80, 5de aanval = + 100
1.2 Punten verliezen: Hierin onderscheiden we twee grote categorieën, nl.

A. Strafpunten die enkel en alleen door de UNO afgetrokken kunnen worden bij het duidelijk in gebreke zijn bij een UNO-controle van uw kamp of uw ploegleden. De UNO kan / mag gedurende het spel op elk moment uw kamp en uw ploegleden controleren en fouilleren. Niet in orde zijn bij UNO schouwingen betekent strafpunten krijgen.

·         Oppervlakte kamp te klein:          -50 punten per vierkante meter          (eenmalig)

·         Foute locatie kamp:                     -1000 punten                                      (eenmalig)
als moedwillig:                             -100000 punten

·         Niemand in het kamp:                 -1000 punten                                      (per controle)

·         Te kleine overdekte ruimte:         -100 punten / m2                                (eenmalig)

·         Geen poort                                               -400 punten                                        (eenmalig)

·         Geen balpen, scoutsdas, horloge of LA4-R-kaartje kunnen voorleggen op vraag van de UNO:                                       -1 leven kwijt                                     (per controle)

·         Wimpel op foute manier dragen: -25 punten                                          (per controle)

·         Geen commandopost:                  -250 punten                                        (per controle)

·         Moedwillig slopen van kamp       -100 punten                            (per persoon, per keer)

Zie p10 puntje 4.

·         De coördinaten van het vijandige kamp aan de UNO vragen:   om 12.00u       -700 punten

om 13.00u    -600 punten

om 14.00u    -500 punten

om 15.00u    -400 punten

om 16.00u    -300 punten

om 17.00u    -250 punten

 

B. Strafpunten die door de tegenpartij (en de UNO) kunnen opgelegd worden indien u vals speelt of deze spelregels overtreedt. Overtredingen op de spelregels / vals spelen, vastgesteld door UNO of tegenpartij, kosten punten aan de vals spelende ploeg. De UNO of de tegenpartij neemt nota van de overtredingen die door uw ploeg begaan werden. Na het spel wordt een krijgsraad gehouden en wordt een strafscore opgelegd door de UNO, in overleg met beide partijen, evenredig met de ernst van de begane overtreding.

·         Liften of gebruik van gemotoriseerde voertuigen:                     -3000 ptn per lifter per keer

·         In het bezit  zijn van meerdere LA4-R kaartjes:                         -3000 ptn per keer per kaartje

·         Uitschrijven van LA4-R kaartjes buiten het kamp:                    -3000 ptn per keer per kaartje

·         Verraden van positie tegenstander als men geen leven meer heeft:       -500 ptn per keer

2. Aanvallen en verdedigen: BELANGRIJK: Iedereen is gedurende het spel verplicht 24u/24u een wimpel aan zijn/haar been te dragen

2.1 Definitie Aanvaller en verdediger: Ieder die zich op het grondgebied van de tegenstander bevindt is aanvaller.

Ieder die zich op eigen grondgebied bevindt is verdediger.

In de DMZ is een permanente wapenstilstand van kracht: geen enkele strijder/strijdster mag/kan er een aanval doen op leden van de tegenpartij. In de DMZ bevinden zich geen kampen of bivaks.

2.2 Confrontatie Aanvaller - Verdediger: Iedere strijder moet permanent een wimpel rond zijn/haar onderbeen hebben. Deze mag enkel met een enkele knoop zijn vastgemaakt, is minimum 6 cm breed, mag slechts eenmaal rond het been gedraaid zijn, mag niet in de sok gestopt worden en wordt boven de broek (ook regenbroek en getten e.d.) gedragen. De organisatoren zijn verantwoordelijk voor het voorzien van deze wimpels, en voor het voldoen aan bovenvermlde eisen. Wanneer twee vijanden elkaar ontmoeten, vechten ze op de bekende Heidense manier door te proberen elkaars wimpel van het been te trekken. Er moet dus niet eerst getikt worden. Er kan met zoveel man tegelijk gestreden worden als gewenst. De verliezer is een leven kwijt. De winnaar neemt zijn schrijfstok, de verliezer zijn LA4-R kaartje. Een bolletje op het LA4-R kaartje van de verliezer wordt ingekleurd en men noteert het exacte tijdstip ernaast. Opzettelijk talmen en tijdsvertragende manoeuvres hierbij zijn uit den boze. Zij kunnen enkel ergernis opwekken en zijn nefast voor de actie van het spel. Indien de verliezer zijn LA4-R kaartje niet binnen de 15 seconden kan bovenhalen, mag de winnaar een nieuw gevecht aangaan. Na deze 15 seconden geeft de verliezer zijn das af als borg. De winnaar komt hierna met de das terug naar de verliezer om zijn leventje af te tekenen. De verliezer is hierna 15 minuten uitgebrand en mag gedurende deze tijd aan geen enkele gevechtshandeling deelnemen (Noch aanvallen, verdedigen of vechtende personen hinderen). Na deze tijd kan hij terug aan het gevecht deelnemen. Een uitgebrande aanvaller moet zich buiten het mijnenveld rond het vijandige kamp begeven. Een uitgebrande verdediger moet in zijn kamp blijven tot de tijd verstreken is.

Indien een aanvaller geen geldig LA4-R kaartje kan voorleggen, wordt hij stante pede krijgsgevangene.

Indien een verdediger geen geldig LA4-R kaartje kan voorleggen, mag de aanvaller ongestoord het vijandige kamp binnenwandelen. Ook de andere verdedigers die wel in orde zijn mogen hem niet meer proberen tegen te houden. Verdedigers die zich in het kamp bevinden mogen geen aanvallers van binnenuit proberen tegen te houden of te hinderen.

Vanaf zaterdagochtend 0600u t.e.m. zondagmiddag 1200u is het ten strengste verboden om leden van de andere ploeg te telefoneren.  Indien er iets gecommuniceerd moet worden, doet u dit via de UNO.  Enkel in hoge nood kunnen deze gepasseerd worden en kan u zich rechtstreeks tot de tegenstander wenden. Dit ook in situaties waarbij de boswachter het spel dreigt te verstoren, en men door communicatie met de vijand het spel op gang kan houden.

3. Het vinden van het vijandelijke kamp Vanaf 07.00u zaterdagochtend mag men het vijandelijke kamp beginnen zoeken. Het mag pas echter binnengevallen worden van 08.00u. Als ploeg A het kamp van ploeg B vindt, mag ploeg B na drie uur reeds de UNO contacteren om de coördinaten van kamp A te vragen indien ze sinds de ontdekking van hun eigen kamp het andere kamp nog niet gevonden hebben. Hier hangen echter wel strafpunten aan vast. Ploeg B mag de coördinaten van kamp A ten vroegste om 12.00u op zaterdag 5 maart 2011 aan de UNO vragen, ook al is hun kamp voor 09.00u die ochtend gevonden.

Vanaf het moment dat er de eerste keer is aangevallen (evt. zonder effectief binnenvallen) begint de uurtelling te lopen. Onder ‘aanvallen’ verstaat men het volgende: een gevecht dat plaats gevonden heeft binnen 30m rond het kamp of het binnenvallen van het kamp. De officier van dienst in het aangevallen kamp belt dit door naar de UNO.

4. Het vijandelijke kamp binnendringen: Iemand is het vijandige kamp binnengedrongen wanneer zijn volledige lichaam zich binnen het oranje touw bevindt. Indien u erin slaagt het kamp van de tegenstander binnen te dringen, dan meldt u zich bij de officier van dienst in de CP met uw LA4-R kaartje. Deze vult voor u het C4 formulier in. Hierop staan uw LA4-R kaartjevolgnummer, uw stamnummer (ID-nummer), datum en uur waarop u binnenkwam, aantal punten dat u verdiende en het ID-nummer van de officier van dienst. Na deze noodzakelijke bureaucratische rompslomp wordt u één leven ontnomen en bent u 15 min uitgebrand, deze 15 min. gelden volgens de klok van de officier van dienst! Dit houdt dat u zich zo snel mogelijk buiten het mijnenveld (niet kampomheining) moet begeven. De omheining van het kamp mag niet moedwillig gesloopt worden door aanvallers die het kamp verlaten. U verlaat het kamp langs de poort! Ook bij afwezigheid van voldoende verdediging mag het kamp niet moedwillig gesloopt worden!

5. Krijgsgevangene (POW): Er zijn twee manieren om krijgsgevange gemaakt te worden:
  1. Indien u als aanvaller geen geldig LA4-R kaartje kan voorleggen.
  2. Indien uw laatste leven afgepakt wordt, hebt u 15 min om de DMZ of uw eigen speelhelft te bereiken. Indien iemand van de tegenpartij u daarna tikt in vijandig gebied, bent u ook krijgsgevangene.
Krijgsgevangenen mogen niet vluchten en worden in het kamp opgeslagen. Een POW moet begeleid worden door iemand van het vijandige team. Een POW moet zijn LA4-R kaartje afgeven en krijgt een bewijs dat hij/zij POW is (POW-formulier). Een POW moet goed behandeld worden en blijft 2 uur in het kamp vastzitten. Indien het kamp nog niet ontdekt is, wordt hij er geblinddoekt heengevoerd en komt hij pas vrij als iemand van zijn eigen ploeg het kamp ontdekt. Een POW mag de positie van het kamp niet verraden indien dat nog niet ontdekt is, bvb door veel lawaai te maken. Een krijgsgevangene moet volgens de Conventie van Genève enkel naam, rang en registratienummer bekendmaken.

Indien het kamp nog niet ontdekt is en men een krijgsgevangene heeft gemaakt, brengt men de UNO op de hoogte van dit feit. Deze is het verboden om dit door te vertellen aan de tegenstander, maar zij worden ingelicht, zodat zij dit eventueel kunnen controleren.

6. Het UNO voertuig saboteren:             De UNO-macht rijdt rond met een voertuig om zich snel te kunnen verplaatsen. Wanneer het voertuig zich binnen het speldomein (speelhelften A en B + DMZ) bevindt, is het vatbaar voor ‘sabotage’ door de beide strijdende partijen. Elke ploeg beschikt over een eindig aantal kleefmijnen (10) met een eigen kleur en uniek volgnummer. Indien u erin slaagt een kleefmijn ongezien op een UNO voertuig te plaatsen (bv. onder de ruitenwisser schuiven), scoort u 200 punten. De UNO verwijdert de mijnen en noteert het aantal punten dat uw ploeg scoorde. Indien er reeds een kleefmijn geplaatst is, bent u te laat en wacht u een volgende kans af. U mag een geplaatste kleefmijn niet verwijderen. De UNO-macht kan zich tegen deze sabotagedaad verdedigen. Op de kleefmijn noteert men naam, rang en ID-nummer alsook het uur van plaatsen. Indien de UNO de wimpel van deze persoon binnen de 30 min na plaatsen van de mijn kan afpakken, verliest u 1 leven. Het is verboden om een kleefmijn te plaatsen wanneer men geen levens meer over heeft. De kleefmijn kan u ten allen tijde door de UNO afhandig gemaakt worden, hierbij volstaat het om getikt te worden door de UNO. Dit kost de speler 1 leven. Kleefmijnen zijn enkel veilig te stockeren voor de UNO in uw CP.

  IV. SPELDOCUMENTEN: (zie bijlage voor voorbeelden) Zoals eerder gezegd, liggen de speldocumenten op een eenduidige plaats in het kamp, de commandopost (CP). Enkel generaals en officieren zijn gemachtigd speldocumenten in te vullen of uit te schrijven. Indien het in uitzonderlijke gevallen niet mogelijk is dit na te leven, kan een officier de UNO contacteren om een degradatie (van een officier) en promotie (van een soldaat) door te geven. Bij het aangeven van het uur wordt de militaire uurrekening gebruikt (doortellen na 1200u ‘s middags: 1300u,1400u,...) om misverstanden te voorkomen. De speldocumenten moeten worden afgedrukt zoals ze in de bijlage in dit speldocument zijn weergeven.

1. C4-formulier:             Op dit document wordt nauwkeurig bijgehouden hoeveel punten er aan de tegenpartij gegeven worden. Het wordt aangevuld telkens iemand van de tegenpartij erin slaagt het kamp binnen te dringen. Het is een groot blad, onderverdeeld in rijen en kolommen. Per aanvaller die binnen geraakt, wordt een lijn ingevuld. Enkel officieren of generaals mogen dit doen. Zij vullen in wanneer de tegenstander het kamp binnenkwam (datum + uur), het LA4-R kaartjevolgnummer, de ID-nummer van de aanvaller en hun eigen nummer.

2. LA4-R kaartje:             Dit kaartje moet elke speler steeds bij zich hebben (maximum 1!!!) gedurende het spel. Op het LA4-R kaartje staat het aantal resterende levens (maximum 5), het LA4-R kaartjevolgnummer, het ID-nummer van de houder, zijn rang en  het uur (volgens de klok van de officier van dienst) dat elk leven werd afgenomen. Nieuwe LA4-R kaartjes mogen enkel in het eigen kamp uitgereikt worden. Enkel officieren of generaals mogen dit doen. Een leven wordt afgepakt door een bolletje in te kleuren. Voor iedere aanval mag een nieuw kaartje uitgeschreven of meegegeven (enkel in het kamp uiteraard), mits het oude (eventueel nog niet volledig opgebruikte) vernietigd wordt.

3. POW-formulier: De helft van dit formulier krijg je mee als je als krijgsgevangene vrijgelaten wordt. Het geldt als bewijs dat je je LA4-R kaartje hebt afgegeven, of er als aanvaller geen bij had; dit om te beletten dat je een tweede keer krijgsgevangene wordt genomen omdat je op terugweg naar het eigen kamp geen LA4-R kaartje kan voorleggen.

4. Deelnemerslijst Dit is dezelfde lijst als degene die op vrijdag 25 februari 2011  aan de UNO en de tegenpartij wordt overhandigd. Hierin staan alle deelnemers met naam, rang en volgnummer. Deze moet voorzien zijn van de stempelafdruk van het kamp.

5. Special Force-identificatie Dit is het document dat de special force moet voorleggen aan de officier van dienst in het vijandelijke kamp om zijn / haar dubbele punten te krijgen.

V. Materiaal 1. Verplicht materiaal per kamp ·         stafkaart en kaartzak

·         GSM

·         Tafel voor officier van dienst

·         EHBO

·         vuilniszakken

·         speldocumenten

·         stempel voor in het kamp

·         massa’s wimpels voor alle deelnemers

2. Individueel materiaal per soldaat: - eten & drinken voor zaterdag (heel de dag) en zondag (morgen en middag)

            - schrijfstok, scoutsdas en horloge/GSM

            - slaapgerief

            - warme kledij (laagjes principe) / regenkledij

            - fluovestje

3. Verboden materiaal tijdens het spel: - prikkeldraad

- gemotoriseerde voertuigen (uitzondering: UNO; en voor aan- en afvoer van eigen materiaal, dit vóór zaterdag 0100u en na zondag 1100u tenzij anders overeengekomen met UNO en elkaar)

- pyrotechnics

- naalden, verharders, kraaiepoten, punji-stokken, mijnen, booby-traps etc.

            - wapens

            - gevoelens (uitzonderingen worden evt. toegestaan na

voorlegging aan een officier)

- fietsen (onveilig, kostbaar materiaal): onder fietsen verstaan we alle niet-gemotoriseerd rollend materieel: stepjes, skateboards, rolschaatsen, go-cars, eenwielers, kruiwagens,… alsook fietsen.

4. NOTA: Al het materiaal dat uit het materiaalkot, de container of van ergens anders op het scoutsterrein afkomstig is, moet minstens één weken op voorhand (vrijdag 25 februari 2011) in de vorm van een geschreven lijst aan het organiserend comité worden afgegeven. Zij bezorgen deze lijst aan de materiaalmeesters. De generaals zorgen dan voor de gelijkmatige en eerlijke verdeling van het materiaal.

VI. VARIA 1. Taak van de UNO  

Rechten en plichten van de UNO:

·         Kamppositie controleren (discreet !!!).

·         Controles (zij heeft het recht u te fouilleren).

·         Zieken- en gewondenvervoer.

·         Bemiddelen bij onenigheid tijdens het spel en op de krijgsraad na het spel.

·         Zich verdedigen tegen ‘sabotage’ van hun voertuig.

·         Tussenpersoon bij het maken van POW’s.

·         Tussenpersoon bij eventuele officierswisseling.

·         Mooie foto’s maken van het strijdgebeuren.

·         Hun voertuig 2 weken op voorhand bekend maken (type, nummerplaat, kleur)

De UNO mag niet

·         Positie van kampen verraden aan de vijand door er bv. opvallend naar toe te trekken met een jeep.

·         Partijdig zijn (bv. 387 kampcontroles bij de ene en maar 2 bij de andere ploeg uitvoeren)

·         Haar voertuig dichter dan 500m van een kamp parkeren, in de buurt van een kamp moet zij alle licht, inclusief pillampen, gedimd houden of doven.

2. Afbakening speelterrein (UTM-ruitennet): Speldomein: Kaart 68-69/(3-4) 1/50000

noordkant: lijn 23

westkant: lijn 90

zuidkant: lijn 15

oostkant: lijn 96

DMZ: tussen lijn 18 en lijn 20

speelhelft A (Leiding): ten NOORDEN van de DMZ

speelhelft B (Givers & jins): ten ZUIDEN van de DMZ

Verboden zones:  geen

3. Contactpersonen ·         

Givers 1: Robbert Van Hees (0493/55.32.88)
Givers 2:
Jins: Jasper Smets (0477/52.14.45)
Leiding 1: Jan Cassimon (0474/55.51.84)
Leiding 2: Yannick Willems (0474/45.65.51)
UNO 1: Roeland De Borger (0495/73.29.78)
UNO 2: Bram Van Gool